Ga naar de inhoud

Er wordt steeds meer geschreven en gesproken over digitale toegankelijkheid. Een goede zaak. Echter merk ik de laatste tijd ook dat er in het debat veel kritiek is op de wetgeving rondom digitale toegankelijkheid. Die kritiek wil ik graag dienen van repliek.

Ten eerste begrijp ik dat een kritische houding goed is om vooruit te komen en worden er terechte punten van kritiek aangesneden. Verandering is ook nodig, echter zie ik de huidige wetgeving als een wetgeving ‘1.0’. Waarbij dezelfde regels gelden als bij een 1.0 (eerste) versie van een app of een website; ze hebben vaak kinderziektes doordat dingen anders uitpakken dan men in het ontwikkelproces had bedacht. Dit geldt ook voor de manier waarop het “Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid” momenteel in de praktijk wordt gebracht.

Foto van Sebastiaan Kooiman (links) en Robert Keus (rechts)

Robert Keus

Robert Keus is mede-oprichter van DigitaalToegankelijk.nl en Brthrs Agency. Hij zet zich in voor een digitale wereld die voor iedereen toegankelijk is.

1. Maak toegankelijkheidsonderzoeken minder belangrijk

Even een stukje achtergrond over de wetgeving. Vanaf 23 september jl. zijn overheidsinstanties wettelijk verplicht om de toegankelijkheid van hun websites en mobiele applicaties te optimaliseren. Ook moeten ze verantwoording afleggen over hoever ze daarmee gevorderd zijn. Voor die verantwoording moeten overheidsinstanties een toegankelijkheidsverklaring opstellen, onderzoek doen en deze publiceren.

Door toegankelijkheidsonderzoeken (nul-metingen) uit te voeren, komen overheden erachter in hoeverre een website of app toegankelijk is en welke issues nog moeten worden opgelost om te voldoen. De onderzoeksconclusie wordt gebruikt als basis van de toegankelijkheidsverklaring. Alhoewel deze onderzoeken een belangrijk instrument zijn om vast te stellen of een website/app voldoet aan de richtlijnen, maakt het je organisatie nog niet toegankelijk. Door de huidige wetgeving lijkt het nu alsof het doen van een onderzoek en het publiceren ervan afdoende is om te voldoen aan die wetgeving, maar dat klopt natuurlijk niet.

Bij kleine organisaties met één website en een klein team waar iedereen elkaar kent en spreekt, zou je kunnen stellen dat deze methode succesvol zou kunnen zijn. Want door aan de slag te gaan met een toegankelijkheidsverklaring, worden de betrokkenen gedwongen om het bewustzijn en de kennis rondom dit onderwerp te vergroten. Maar het gaat hier niet alleen om kleine organisaties. (Semi)-overheden hebben vaak tientallen (maar soms ook 100+) websites en apps, waar vervolgens vele stakeholders mee gemoeid zijn. Denk aan communicatieadviseurs, webredacteuren, beleidmakers, designers, developers en externe leveranciers. Iederéén in de organisatie heeft te maken met digitale toegankelijkheid, zelfs de afdeling financiën die verantwoordelijk is voor de opmaak van de begroting. Door het doen van een toegankelijkheidsonderzoek en het oplossen van de uitkomsten hiervan, los je het probleem van een tekort aan kennis en bewustzijn dus niet op.

2. Creëer meer interne bewustwording bij de verschillende stakeholders

Het implementeren en het uitvoeren van een duurzaam beleid rondom digitale toegankelijkheid is een belangrijk, maar ingewikkeld proces. Niet alleen zijn de WCAG-richtlijnen (toegankelijkheidsrichtlijnen) ingewikkeld, digitale toegankelijkheid heeft invloed op verschillende niveaus en afdelingen binnen organisaties en heeft betrekking op alle digitale producten en -uitingen.

Op de website van de Digitale Overheid staat: “Door de wettelijke verplichting moeten overheidsorganisaties de komende jaren de juiste maatregelen nemen zodat iedereen mee kan blijven doen.”

Het probleem zit naar mijn mening in “de juiste maatregelen nemen”. Ik zie veel overheden die heel graag willen, maar die door een gebrek aan kennis eigenlijk geen idee hebben waar ze moeten beginnen of hoe ze het tot een goed einde zouden moeten brengen. Daar komt nog bij dat er vaak weinig bewustwording is rondom de verschillende soorten beperkingen en het budget meestal beperkt is. Mede hierdoor wordt er vaak gekozen voor de makkelijkste weg. Namelijk het ‘minst noodzakelijke’ dat wettelijk gezien van hen gevraagd wordt: het uitvoeren van de onderzoeken en opstellen van toegankelijkheidsverklaringen.

Eén van de grootste problemen is bewustwording. Veel mensen weten niet waarom digitale toegankelijkheid belangrijk is en voor wie ze het doen. Negen op de tien mensen denkt dat digitale toegankelijkheid alleen belangrijk is voor mensen met een visuele of auditieve beperking. Deze twee groepen zijn inderdaad belangrijk, maar de totale doelgroep bevat veel meer dan alleen deze twee vormen van een beperking. Denk aan mensen met een fysieke beperking, cognitieve beperking of taalbeperking. Dit zijn doelgroepen die snel vergeten worden. Alles bij elkaar (inclusief kleurenblind en dyslexie) bestaat de groep met een functiebeperking uit 4 miljoen Nederlanders.

3. Zorg dat er brede kennis in huis is

Daarnaast is er in de meeste organisaties weinig tot geen kennis over het onderwerp digitale toegankelijkheid. En als die kennis er wél is, dan is deze vaak toegespitst op een bepaalde discipline of vakgebied. Zo heb ik een designer aan de telefoon gehad die verantwoordelijk was voor digitale toegankelijkheid, maar ook een webredacteur en een developer. Om kennis te waarborgen en duurzaam onder te brengen in de organisatie, is het naar mijn mening nodig om één persoon aan te stellen die overkoepelend verantwoordelijk is voor digitale toegankelijkheid. Deze persoon is niet alleen bekend met alle ins en outs rondom het onderwerp, maar snapt ook hoe dit doorvertaald moet worden naar de verschillende rollen en verantwoordelijkheden.

4. Zorg voor voldoende en structureel budget

Een organisatieverandering zoals deze vraagt om geld. Ik merk dat er op dit moment vaak maar een klein budget beschikbaar is voor toegankelijkheid. Soms is er zelfs helemaal geen extra budget vrijgemaakt en moet het van het ‘webbudget’ afgesnoept worden. Iets dat in mijn ogen niet juist is, aangezien toegankelijkheid juist discipline- en vakgebiedoverstijgend is en dus niet alleen betrekking heeft op websites of apps. Mijns inziens moet er daarom een apart en structureel (jaarlijks) budget beschikbaar worden gesteld. Voor de gehele organisatie of per afdeling.

5. Verplicht grote organisaties een ‘Functionaris voor Digitale Toegankelijkheid/Accessibility Officer’ aan te wijzen

Ik pleit daarnaast bij grote organisaties voor een ‘Functionaris voor Digitale Toegankelijkheid/Accessibility Officer’.

De invoer van de wetgeving rondom digitale toegankelijkheid kun je vergelijken met de invoer van de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming). In het begin was het voor iedereen een last, maar inmiddels ziet men het belang ervan in en zijn er processen ontwikkeld om te (blijven) voldoen aan de wetgeving. Om dit te bereiken heb je echter wel mensen nodig binnen je organisatie die met de juiste kennis alles rondom het onderwerp monitoren en anderen aangelijnd en geïnformeerd houden. De Functionaris voor Gegevensbescherming zorgt hiervoor en wordt als volgt geduid:

De Functionaris voor Gegevensbescherming is een belangrijke functionaris rondom de AVG. De FG is in ieder geval verantwoordelijk voor het houden van onafhankelijk toezicht op, en adviseren van de organisatie over de juiste en zorgvuldige omgang met persoonsgegevens.

In het geval van digitale toegankelijkheid zou dit het volgende worden:

De Functionaris voor Digitale Toegankelijkheid is een belangrijke functionaris rondom het “Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid”. De FDT is in ieder geval verantwoordelijk voor het houden van onafhankelijk toezicht op, en adviseren van de organisatie over de juiste en zorgvuldige omgang met digitale toegankelijkheid.

6. Verplicht gebruikerstesten bij de ontwikkeling van nieuwe digitale producten

Als laatste pleit ik voor het meer betrekken van de doelgroep. De richtlijnen rondom digitale toegankelijkheid zijn een prima instrument om globaal te toetsen of iets toegankelijk is of niet. Echter uit ervaring weet ik dat het volgen van de richtlijnen een product niet per se toegankelijker maakt. Ik heb websites en apps gezien die volledig voldeden aan de richtlijnen maar nog steeds onbruikbaar waren voor mensen met een bepaalde beperking.

Daarom ben ik een groot voorstander van meer samenwerking met mensen met een functiebeperking. Net zoals het gebruikelijk is om apps en websites te testen met de doelgroep, moet datzelfde ook gelden voor mensen met een functiebeperking.

7. Standaardiseer websites en apps

Wat mij opvalt bij websites van overheden, maar bijvoorbeeld ook zorginstellingen, is dat ze allemaal het wiel opnieuw willen uitvinden. Elke site heeft een eigen look-and-feel met eigen iconen, kleuren en teksten. Maar de inhoud van de sites is grotendeels identiek. Vooral bij gemeenten en ziekenhuizen is dit het geval. Ik begrijp dat niet alles hetzelfde hoeft te zijn en dat men ook keuzevrijheid wil in het doorvertalen van de huisstijl. Echter is de overlap eenvoudig te standaardiseren.  Daarom ben ik groot voorstander van een centrale plek waar standaard iconen, teksten, afbeeldingen, video’s en zelfs WordPress thema’s worden aangeboden. Hier vindt men bijvoorbeeld standaardteksten voor Toegankelijkheidsverklaringen, Parkeerinstructies, Paspoort en identiteitskaart aanvragen, DigiD, etc. Bij voorkeur is deze plek open-source, zodat iedereen er gebruik van kan maken, aanpassingen kan doen en dat leveranciers kunnen bijdragen.

Zo’n standaardisatie zorgt voor een voorspelbaarheid in design en inhoud die prettig is voor de gebruiker. Daarnaast vergemakkelijkt het het toegankelijk maken van je website of app.

De centrale overheid standaardiseert overigens wel al veel websites. Dat zie je ook terug in het feit dat deze sites over het algemeen goed scoren op toegankelijkheid.

8. Laten wij meer met elkaar gaan samenwerken en elkaar meer gunnen

Wij zijn met Digitaal Toegankelijk een aantal jaar geleden toegetreden tot de toegankelijkheidsmarkt. Wat mij in die jaren is opgevallen, is dat partijen in deze branche elkaar eerder zien als ‘concurrent’ dan als kennispartner. In mijn ogen is het veel zinvoller om onderling juist meer samen te werken en kennis te delen. Het vraagstuk digitale toegankelijkheid is veel te groot om alleen op te lossen. Daarom zijn wij ook bezig om een platform op te zetten waarbinnen wij alle stakeholders samenbrengen.

Concluderend

  1. Maak toegankelijkheidsonderzoeken minder belangrijk, maar focus meer op het ontwikkelen van een duurzaam beleid
  2. Creëer meer interne bewustwording bij de verschillende stakeholders
  3. Zorg dat er brede kennis in huis is, dus niet alleen toegespitst op een bepaald vakgebied of discipline
  4. Zorg voor voldoende en structureel budget
  5. Verplicht grote organisaties een ‘Functionaris voor Digitale Toegankelijkheid/Accessibility Officer’ aan te wijzen
  6. Verplicht gebruikerstesten bij de ontwikkeling van nieuwe digitale producten
  7. Standaardiseer websites en apps zodat toegankelijkheid makkelijker wordt
  8. Laten wij meer met elkaar gaan samenwerken en elkaar meer gunnen

Er gaat momenteel al heel veel goed. De wetgeving is nog niet zaligmakend, maar staat nog in de kinderschoenen. Het belangrijkste is dat de aanjagers van digitale toegankelijkheid zoals wij, samenwerken, onze kennis delen en de schouders eronder zetten. Dan komen we er wel.