Veel mensen met een beperking zitten zonder baan. Het aantal werklozen onder arbeidsbeperkten is ruim tweemaal zoveel als bij niet beperkten. Terwijl veel van hen graag zouden willen werken. Het geeft hen financiële zekerheid en zelfstandigheid, maar ook zingeving, plezier en sociale contacten.
Claire Meijer
Claire is zelfstandig ondernemer en zet zich met haar bedrijf Klinktprima.nl in voor mensen met een auditieve beperking op de arbeidsmarkt. Ze is zelf doof en woont met haar man en haar zoontje in Helmond.
De participatiewet
De invoering van de Participatiewet in 2015 moest de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking verbeteren. De wet was bedoeld om mensen met een arbeidsbeperking te helpen om aan werk te komen en dat werk te behouden. In de wet staat dat er in de toekomst 125 duizend banen zouden moeten komen voor mensen met een beperking. De overheid riep deze wet in het leven om ervoor te zorgen dat deze groep minder afhankelijk is van uitkeringen.
Mijn persoonlijke ervaring met solliciteren
Ik heb zelf ook moeizame sollicitaties meegemaakt en veel afwijzingen ontvangen. Tijdens dit proces ontdekte ik dat het niet per se kwade wil is van werkgevers om geen doof persoon aan te nemen, maar eerder onwetendheid over doofheid en het in dienst nemen van een doof persoon. Dat inzicht bracht me ertoe om mijn website Klinktprima op te zetten, waarmee ik informatie en ervaringsverhalen deel over auditief beperkten en de arbeidsmarkt. Met als doel om de kennis over doofheid te vergroten en zo de koudwatervrees van werkgevers weg te nemen. De informatie en tips van mijn website heb ik in kunnen zetten tijdens mijn sollicitatie voor mijn laatste baan. Dat resulteerde in een parttime baan bij deze bereidwillige werkgever.
Niet alle verhalen zijn positief
Een minder rooskleurig voorbeeld is dat van mijn dove vriendin, wiens sollicitatiepogingen enorm tegenvallen. Het lukt haar maar niet om op eigen kracht aan een baan te komen. Inmiddels zit zij al ruim zes jaar thuis. Door alle afwijzingen verliest ze het vertrouwen en de motivatie om een baan te vinden.
Evaluatie van de Participatiewet
Toen de participatiewet inging, had ik gehoopt dat de wet goed zou werken voor alle gehandicapten. Echter, ik had wel verwacht dat er een aantal problemen zouden optreden, omdat een dergelijke wet ingewikkeld is. Niet iedereen kent of begrijpt de regels van de wet goed genoeg om ernaar te kunnen handelen.
Een recente evaluatie van de Participatiewet laat helaas ook zien dat de doelen in het eerste jaar nauwelijks behaald zijn voor de mensen met een arbeidsbeperking. Ze hebben nog steeds weinig tot geen werk kunnen vinden of behouden.
Onderzoek naar de knelpunten van de wet
Maar waar gaat het dan mis? Onderzoeksbureau Nivel heeft in opdracht van het College van de rechten van de mens onderzocht waar de knelpunten van de wet zitten voor mensen met een zintuiglijke (auditieve of visuele) beperking. In oktober 2019 heb ik als auditief beperkte ervaringsdeskundige meegedaan met de focusgroep voor het onderzoek. Via een online vragenlijst heb ik mijn ervaringen gedeeld over solliciteren en werken als auditief beperkte. Het onderzoeksrapport met de titel ‘Het werkt anders’ is op 23 september door de voorzitter van het college overhandigd aan de bestuursvoorzitter van het UWV.
Knelpunten
Het onderzoek van Nivel heeft als doel om de knelpunten te vinden in de arbeidsparticipatie. Ze gebruikten hiervoor de inbreng van ervaringsdeskundigen zoals ik en daarnaast ook experts.
Het onderzoek identificeert de volgende acht knelpunten in de arbeidsparticipatie:
- Onduidelijke wet- en regelgeving
- Moeite met bemiddeling en vinden van informatie
- Koudwatervrees bij werkgevers
- Bespreekbaar maken van de beperking
- Communicatie op het werk
- Niet geheel passende functie
- Niet-passende werkplek
- Vermoeidheid
Er is weinig expertise bij het UWV, de gemeenten en bij de werkgevers. Mensen met een zintuiglijke beperking ervaren meer ongelijkheid en moeten zich meer bewijzen met talenten en soms zelfs met hun kennis van het arbeidsrecht. Er is ook sprake van het ontbreken van een centraal punt waar men informatie of kennis kan vinden over mensen met een visuele of auditieve beperking.
Werkgevers hebben vaker de neiging om sollicitanten met zintuiglijke beperking af te wijzen, vanwege koudwatervrees en onbekendheid met blind- of doofheid. Deze groep krijgt weinig kans om hun beperking bespreekbaar te kunnen maken. Dat is nodig om begrip te kweken en uitdagingen uit de weg te ruimen.
Op de werkvloer is er vaak sprake van miscommunicatie, waardoor samenwerkingen moeizaam kunnen verlopen. Ook worden werkplekken vaak niet passend gemaakt, wat kan leiden tot vermoeidheid. Hierdoor moet de groep vaker assertief zijn en zelf opkomen voor zijn rechten.
Zes tips om arbeidsparticipatie te verbeteren
In het onderzoek worden een zestal tips gegeven die kunnen helpen om de knelpunten op te lossen:
- Wet- en regelgeving kan aantrekkelijk gemaakt worden voor werkgevers door bijvoorbeeld loondispensatie.
- Voor een goede informatievoorziening is er een centraal punt nodig voor beide groepen, zowel voor werkgevers als mensen met een zintuigelijk beperking. Ook kunnen er netwerkbijeenkomsten georganiseerd worden voor potentiële werkgevers. Zij kunnen hierbij ondergedompeld en geïnformeerd worden over blindheid en doofheid.
- Ook kunnen alternatieve sollicitatietrajecten helpen. Juist mensen met een beperking moeten de kans krijgen om zichzelf goed te presenteren. De focus bij moet niet alleen liggen bij de beperking, maar bij de talenten, ervaringen en mogelijkheden van sollicitanten met een beperking.
- Het onderwijs kan meer aandacht besteden aan de specifieke vaardigheden die nodig zijn voor het vinden en behouden van een baan, door bijvoorbeeld het aanmoedigen van stages en bijbanen.
- Het is ook belangrijk dat mensen met een zintuigelijke beperking kunnen blijven doorgroeien en niet blijven hangen op het minimumloon. Werknemers moeten een kans krijgen om door te groeien in hun functie of carrière.
- Er zijn een aantal praktische aanpassingen van werkplekken nodig, die mensen met een zintuigelijke beperking goed kunnen gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan een rustige werkplek met goede akoestiek voor auditief beperkten of de juiste verlichting voor mensen met en visuele beperking. Ook zijn flexibele werktijden en werkroosters ideaal. Dit kan voorkomen dat zintuigelijk beperkten niet oververmoeid raken.
Conclusie vanuit mijn ervaring
De conclusie die ik hieruit kan trekken is dat er nog veel onderzocht moet worden in de praktijk en dat er een duidelijke aanpassing moet komen in de participatiewet. Een grote groep zintuiglijk beperkten wordt oneerlijk behandeld en hierdoor kan een deel van de groep geïsoleerd raken (of blijven), met psychosociale problemen als gevolg.
Vooral het UWV en de gemeentes moeten beter met elkaar communiceren. Mijn tip hierin is om vooral te kijken naar het individu: de aanpassingen die nodig zijn hangen af van de persoon en de beperking.
Ook pleit ik voor een open houding en begrip van werkgevers voor het geven van arbeidskansen aan mensen met zintuigelijke beperking. Als ook voor het zorgen voor een betere samenwerking, door bijvoorbeeld een aangepaste werkplek en goede communicatie.
Daarom ben ik erg blij met het onderzoek van Nivel. Ik hoop van harte dat er hierdoor begrip ontstaat en dat de nodige acties zullen komen vanuit de overheid, het UWV, de gemeenten en de werkgevers. Iedereen met een beperking heeft recht op meedraaien in de arbeidsmarkt en het verbeteren van je eigen werksituatie. Wel denk ik dat mensen met een zintuigelijke beperking zelf vaker acties mogen ondernemen om de situatie te verbeteren. Bijvoorbeeld door het bespreekbaar en zichtbaarder maken van hun ervaringen, knelpunten en oplossingen.