Ga naar de inhoud

Kan je als een dove zelfstandig reizen met het openbaar vervoer? Wat doe je als er onverwachte problemen zijn? Hoe red je je in het buitenland als je geen vreemde taal kunt spreken of horen? Deze vragen zijn mijn leidraad bij het schrijven over mijn reiservaringen. Spoiler: het kan een enorme uitdaging zijn, maar ik reis als dove vrijwel probleemloos.

Profielfoto van Claire

Claire Meijer

Claire is zelfstandig ondernemer en zet zich met haar bedrijf Klinktprima.nl in voor mensen met een auditieve beperking op de arbeidsmarkt. Ze is zelf doof en woont met haar man en haar zoontje in Helmond.

Met de schoolbus of het ov

Al tijdens mijn jeugd in Alkmaar raakte ik gewend aan reizen. Dagelijks ging ik met een schoolbusje naar een dovenschool voor basisschoolkinderen in Amsterdam. Naar de middelbare school voor slechthorenden in Schagen, reisde ik zelfstandig met de trein. Tijdens mijn laboratorium-opleiding in Beverwijk en in Amsterdam kwam daar ook nog de metro bij.

In mijn jeugd waren er nog geen mobiele telefoons waarop je kon opzoeken wat er aan de hand is. Treinvertraging of –uitval waren daarom wel erg lastig, aangezien ik geen omroepen van de NS kon horen. Ik heb geleerd om aan een NS-medewerker of medereiziger te vragen wat het probleem was. Zij schreven dat dan op, of welke trein ik beter kon nemen.

Wanneer er helemaal geen trein meer naar Alkmaar ging, belde een medereiziger wel eens mijn vader op. Die kon mij dan op een afgesproken station ophalen.

NS-berichten vooral voor horende reizigers

Het is mij vroeger al opgevallen hoe weinig rekening de NS hield met dove reizigers: een vertraging werd vaak op het station omgeroepen, maar er was weinig informatie te vinden op de borden. Een dove reiziger was daardoor vaker afhankelijk van een conducteur.

Of van medereizigers. Bij treinuitval zag je die naar een ander spoor of naar een bushalte lopen. Als dove reiziger liep ik dan vaak mee met de stroom en vroeg ik wat er ging gebeuren. Meestal belandde ik zo letterlijk weer op het juiste spoor.

Reizen in het buitenland

Ook in het buitenland redde ik me altijd wel. Met mijn ouders ging ik iedere paar maanden naar mijn grootouders in Londen. En in de zomer verbleven we in de Belgische Ardennen. In de Londense dubbeldekkers en de ‘tube’ reisde ik weliswaar met anderen, maar zo leerde ik wel het systeem kennen. Ook in andere landen, overigens, zoals Amerika. Later ging ik vaker in mijn eentje, met het vliegtuig en met de trein. Soms haalde mijn opa mij op van het vliegveld, maar meestal ging ik met de trein en metro naar hen toe. Ook dat ging allemaal soepel.

In Engeland is het goed geregeld met het ov. Slechts bij uitzondering was het nodig om hulp te vragen aan medereizigers. Ik kan zelfstandig Engels spreken, liplezen en schrijven, dus de communicatie met Londenaren is geen probleem. Ze zijn gewend aan buitenlandse toeristen en ze hebben daardoor geleerd om zich tijdens het spreken aan te passen.

Voor mij is het reizen dus geen probleem. Als Engels spreken niet lukt, dan ga ik vaak iets schrijven of gebaren gebruiken, dan kom ik er wel uit.

Landelijke treinstoring

Tegenwoordig kunnen we gelukkig ook gebruikmaken van een telefoon met toegang tot websites en apps met reisinformatie. Ook elkaar informeren gaat nu veel makkelijker.

Afgelopen zondag liep ik met een dove vriendin een bloesemtocht-wandeling in Geldermalsen. We reisden er met de trein naartoe. Blijkbaar vond er in de middag een enorme storing bij de NS plaats, waardoor in heel Nederland geen treinen meer reden. Toen wij comfortabel bij een restaurant zaten, kreeg ik een berichtje van mijn man met de boodschap dat we niet met de trein naar huis konden.

Mijn vriendin en ik hebben het geluk gehad dat mijn man ons kon waarschuwen via Whatsapp en dat hij ons kon ophalen bij het station Geldermalsen. We zijn heel blij met deze technologie. Hoe had mijn man ons anders moeten bereiken en hoe hadden wij kunnen afspreken bij het station?

Door ervaring geen angst

In het buitenland is het handig gebleken om een vertaalapp of een woordenboek mee te hebben. Dat laatste klinkt een beetje ouderwets, maar het kan heel handig zijn wanneer je in een afgelegen dorpje zonder internet bent. Dat heb ik met mijn gezin meegemaakt tijdens ons vakantie op Griekse eilanden. Gelukkig had ik mijn Griekse woordenboek mee.

Hoewel ik me goed voorbereid, ben ik nooit echt bang voor reizen geweest, of dat nou met de auto, het vliegtuig, de ferry of met het ov is. Ik was wat reizen betreft al jong zelfstandig. Daarom ben ik er nu juist dol op. Zo zie je veel van de natuur, het landschap, de cultuur en mooie dorpjes of steden. En mijn doofheid heeft mij dus nooit echt belemmerd. Met een beetje hulp, kwam ik altijd goed aan.