Wat voor een ziekte heb jij? Waarom zit jij in een rolstoel? Vermaak je je een beetje overdag? Ga je naar dagbesteding? Heb je nog lang te leven? Zomaar een paar vragen die ik regelmatig krijg tijdens het winkelen, een museumbezoek of een weekendje weg.
Judith Hatzmann
Judith is een jonge vrouw, geboren met een spierziekte. Zij zet zich met haar stichting ‘Toegankelijk Uit Eten’ in voor mensen met een beperking en test horeca op rolstoeltoegankelijkheid. In haar blogs voor Digitaal Toegankelijk neemt ze je mee in haar leven, geeft ‘uit- tips’ en vertelt je meer over onderwerpen die met toegankelijkheid en inclusie te maken hebben.
Nog niet uitgeleerd
Dat onbekenden me op straat deze vragen stellen, blijf ik heftig en confronterend vinden. Confronterend omdat ik elke keer weer door iemand anders met de neus op de feiten word gedrukt en heftig omdat ik het best brutaal vind.
Toch geef ik, zo mogelijk, keurig het gewenste antwoord en blijf vriendelijk. Ik heb mij vaak afgevraagd waarom ik toch niet gewoon kan zeggen: ‘’hier geef ik liever geen antwoord op, deze vraag vind ik erg privé’’. Ik heb er zelfs trainingen voor gevolgd.
Maar ik blijf het lastig vinden, omdat ik iemand anders niet in verlegenheid wil brengen. Want ik denk ook dat de mensen mij met de beste bedoelingen die vraag stellen en mij niet willen kwetsen. Het blijft voor mij een ‘struggle’ en een leerproces.
Hoezo ligt daar mijn toekomst?!
Eigenlijk ben ik niet zo bezig met het feit dat ik niet kan lopen, mijn armen niet kan bewegen en ademhalingsondersteuning krijg. Inmiddels zie ik die rolstoel helemaal niet meer. Ik doe mijn ding, zoals iedereen dat doet. Ik werk doordeweeks en doe in de weekenden leuke dingen. Toch word ik iedere week wel een keer geconfronteerd met mijn beperking. Ik heb het dan nog niet eens over de fysieke obstakels die ik tegenkom, maar vooral over het sociale aspect.
Dit begon al tijdens mijn jeugd. Tijdens mijn opleiding (VMBO Handel & Administratie) liep ik voor het eerst stage. Een tweeweekse snuffelstage bij het UWV. Ik mocht gespreksverslagen van de keuringsarts in het computersysteem zetten. Als snel lieten ze mij echter het callcenter zien, want daar lag mijn toekomst, aldus mijn stagebegeleider.
Die stagebegeleider triggerde iets in mij: hoezo ligt daar mijn toekomst?! Sindsdien is de bewijsdrang in mij toegenomen. Tijdens mijn vervolgopleiding Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) was ik erop gebrand om goede cijfers te halen. Een zesje was echt te min. Ik moest en zou de opleiding goed afronden.
“Ga je naar de dagbesteding?”
Na die studie, heb ik – zoals in eerdere blogs aangegeven – een baan bij een overheidsorganisatie veroverd. Maar het hebben van een baan past voor sommige mensen kennelijk niet bij mensen die een beperking hebben. Ik krijg namelijk nog best vaak de vraag van onbekenden of verre kennissen: vermaak je je nog een beetje overdag? Ga je naar dagbesteding? Deze aannames vind ik vreselijk en maken me verdrietig.
Helaas worden mensen met een zichtbare beperking te vaak anders bejegend dan mensen zonder zichtbare beperking. In de praktijk maak ik bijna wekelijks mee hoe moeilijk mensen het vinden om mij normaal aan te spreken en te behandelen.
Wekelijkse horeca-ellende
Vooral in de horeca weet bediening niet altijd hoe om te gaan met iemand met een beperking. Zo word ik bijvoorbeeld overgeslagen bij het uitreiken van een menukaart, word ik overgeslagen bij het opnemen van een bestelling, vragen ze aan mijn gezelschap wat ík wil drinken, wordt aan mijn gezelschap gevraagd of het eten gemalen moet worden, wordt het eten – zonder overleg – voorgesneden, gaan ze harder of kinderlijk praten of vragen ze, bij het bestellen van een wijntje, of ik wel alcohol mag hebben.
Dit zijn voorbeelden die ik, zeker nu ik met mooi weer wat vaker een terrasje pak, wekelijks meemaak.
Beter opvoeden, ook op latere leeftijd
Veel mensen gaan ervan uit dat, wanneer je in een (elektrische) rolstoel zit, je een lager IQ hebt, geen opleiding hebt genoten en niet slim genoeg bent voor een baan. Ik denk dat dit onwetendheid is. Ik vind dat best triest. Blijkbaar worden kinderen onvoldoende opgevoed met de wetenschap dat er ook mensen zijn die in een (elektrische) rolstoel zitten of met een blindegeleidestok lopen.
Inclusie zal veel meer geïntegreerd moeten worden in onderwijs, de arbeidsmarkt en de vrijetijdssector. Alleen op die manier raken mensen bekend met inclusie en toegankelijkheid en wordt iedereen overal gastvrij en normaal ontvangen.