3.1.4 – Afkortingen (WCAG) | Niveau AAA

Leg eventuele afkortingen uit

Sommige van jouw gebruikers hebben hulp nodig bij het begrijpen van jouw inhoud. Het gebruik van afkortingen kan verwarring veroorzaken en verhinderen dat jouw gebruikers jouw website begrijpen. Gebruik geen afkortingen waar mogelijk en leg ze uit wanneer je ze nodig hebt.

Afkortingen (zoals Dr voor dokter) omvatten ook acroniemen ( NATO ) en initialisms ( FBI ).

Wat te doen

  • Vermijd het gebruik van afkortingen, acroniemen en initialisms.
  • Als je een afkorting moet gebruiken, kan je de betekenis aan jouw gebruikers uitleggen door:
    • De betekenis in de tekst weergeven (bijvoorbeeld Federal Bureau of Investigation (FBI)); of
    • De afkorting koppelen aan een definitie op een verklarende woordenlijst pagina op jouw website; of
    • De afkorting koppelen aan een definitie voetnoot op dezelfde pagina; of
    • De afkorting HTML- tag gebruiken om de afkorting uit te breiden.

Tips

  • Vermijd zoveel mogelijk afkortingen (bijvoorbeeld in plaats van de FBI, elke keer dat je ‘Federal Bureau of Investigation’ zou kunnen zeggen en ze vervolgens ‘het Bureau’ noemt. Dit helpt gebruikers met een cognitieve beperking, omdat ze kunnen worden verward door afkortingen bij elke gelegenheid en door ze naar een verklarende woordenlijst of definitie te sturen, wordt hun concentratie onderbroken (en die van alle anderen trouwens).
  • De meest nette oplossing wanneer je moet inkorten, is de HTML-optie, die een verborgen uitbreiding creëert die bij zweeftoestand verschijnt en wordt begrepen door schermlezers.
  • Als jouw gebruik van een afkorting altijd hetzelfde betekent, hoef je deze alleen te definiëren wanneer deze voor het eerst op een pagina wordt weergegeven.
  • Als jouw gebruik verandert, moet je het woord bij elke gelegenheid definiëren (bijvoorbeeld ‘Dr’ kan in de ene paragraaf ‘Doctor’ betekenen en ‘Drive’ als onderdeel van een adres in een andere).

Uitzonderingen

Je hoeft geen afkorting, acroniem of initialisms uit te leggen als het deel uitmaakt van de taal (bijvoorbeeld ‘laser’ of ‘CD’).